Wie een website wil, heeft twee dingen nodig: een domeinnaam en (web)hosting: webruimte om je website op te zetten. Je plaatst je website op die ruimte bij je hostingprovider, en je maakt ‘m bereikbaar door hem aan je domeinnaam te koppelen. Maar wat is hosting precies, en hoe raak je niet verstrikt in de wirwar aan hostingmogelijkheden? Daar geven we je graag tekst en uitleg bij.
Wie een domeinnaam of domein heeft (vb. domeinnaam.be), heeft nog geen website: daarvoor heb je ook hosting nodig.
Je kan je website als een huis zien: dan is je domein je adres, en je hosting de lap grond waarop je je website-huis bouwt. Zonder domeinnaam zouden mensen niet op je website geraken, en zonder website zou je domeinnaam naar een lege lap grond leiden (en dan geeft je webbrowser een foutmelding, zoals error 404: page not found).
Wanneer je een bestand, zoals een foto, wil opslaan op je computer, heb je daar opslagplaats voor nodig: vrije ruimte op je harde schijf. Een website is eigenlijk net zo’n bestand, waarin foto’s, tekst, een webshop of allerlei andere data kunnen zitten. Alleen sla je hem niet lokaal op: omdat hij toegankelijk zou zijn voor iedereen, bewaar je de bestanden van je website op een harde schijf van je hostingbedrijf.
Ook wanneer je wil e-mailen met een eigen e-mailadres, heb je hosting nodig. Je mails moeten namelijk ergens opgeslagen worden.
Je huurt je hosting van je provider of je host. Een provider biedt je opslagplaats aan op z’n krachtige computers (of servers), zodat je daar een website op kunt bouwen.
In theorie is het mogelijk om thuis je eigen server te hosten voor je website, maar de meeste mensen kiezen toch voor een hostingbedrijf. Dat heeft vooral met het onderhoud van zo’n server te maken: hostingproviders hebben een schaalvoordeel, en kunnen je goedkoper van bijgewerkte (en dus veiligere) infrastructuur voorzien dan wanneer je zelf een server zou opzetten.
Een host biedt dus plaats op een server aan om je website op te plaatsen. Een server is eigenlijk gewoon een computer, maar veel krachtiger, en zonder dat iemand er aan een scherm mee zit te werken: hij draait automatisch, zonder directe gebruiker. ‘Server’ betekent ‘dienstverlener’: hij zorgt ervoor dat de boel blijft draaien, en beantwoordt vragen.
Een server is verbonden met een computernetwerk. Dat netwerk kan het internet zijn, maar ook een lokaal netwerk (Local Area Network of LAN, bijvoorbeeld in een bedrijf). Andere computers in het netwerk zijn clients: computers (of programma’s) die gebruikt worden door gebruikers zoals jij en ik. Onder invloed van die gebruikers vragen clients informatie op bij een server.
Voorbeeld:
De computer waarmee je nu dit artikel leest, is een client. Je gebruikt 'm om informatie op te vragen bij de server waar combell.com op staat. Dus met je client download je eigenlijk deze website van de server op je eigen computer.
Servers kunnen gebruikt worden als opslag voor allerlei data, maar hier focussen we op webservers, die websites hosten.
De servers van je host staan altijd aan. Het kan namelijk gebeuren dat er iemand midden in de nacht naar je website surft. Dan moet je server natuurlijk aanstaan om je website bereikbaar te houden. De bereikbaarheid van een website laat zich meten in uptime: een uptime van 99,9% betekent dat je website 99,9% van de tijd bereikbaar blijft. Dat lijkt veel, maar dat betekent nog altijd een downtime van 0,1%, ofwel 8 uur per jaar!
Héél goeie hostingproviders voorzien een uptime van 99,999%.
Een andere belangrijke functie van je webhost is de veiligheid van je website garanderen.
Je webhost gaat je website en data beschermen tegen hackers en ander gespuis. De dreigingen van malafide personen worden elke dag groter en ingewikkelder, dus gaat je provider zich inzetten om de beveiliging van je servers heel regelmatig te updaten. Grote providers zoals Combell kunnen daarbij genieten van een schaalvoordeel: wanneer je de kosten om een heel datacenter vol servers te beveiligen, kan spreiden over veel verschillende hostingpakketten, zijn ze voor iedereen lager.
Naast de constante bereikbaarheid komen er nog een pak andere verantwoordelijkheden en kosten bij kijken. Denk maar aan de energiefactuur: wanneer je zelf een webserver zou laten draaien, kost dat je een stevige duit. Omdat providers meerdere servers hebben in een datacenter, kunnen ze genieten van een schaalvoordeel, en betalen ze minder voor energie. Wat jou meteen goed uitkomt.
Je host zal zorgen dat je controle hebt over je hostingpakket. Bij wekreate gebeurt dat via een handig controlepaneel. Daar krijg je een volledig overzicht van je instellingen en pakketten.
Hostingproviders hebben meestal een hele ruimte vol servers: een datacenter. Dankzij zo’n verzameling servers wordt een hoge uptime verzekerd: wanneer een server stuk gaat, neemt een andere server z’n taak automatisch over, en merk je daar niets van.
Je webhosting komt altijd in een pakket. Dat wil zeggen dat hosting uit meerdere onderdelen bestaat.
Dit zijn de belangrijkste onderdelen in zo’n hostingpakket:
Bron: https://www.combell.com/nl/help/kb/wat-is-hosting-en-welke-hosting-heb-ik-nodig